Wij, de oom en tante van Dick, Mardine en de kinderen, waren in de gelegenheid om een bezoek aan Liberia te brengen.
Gezien Liberia geen vakantieland is, waren er veel mensen die zich afvroegen wat we daar toch gingen doen. De aanleiding daartoe was het op reis begeleiden van Mardine met Samuel, Ruth en Jafeth vanuit Brussel naar Liberia. Ook hebben we een week in het Liberiaanse leven van Dick en Mardine meegemaakt.
Na enige vertraging op Brussel Airport, kwamen we op 19 juli tegen middernacht in Liberia aan, waar Dick ons op stond te wachten. Wat een drukte, geschreeuw en chaos op het vliegveld! Gelukkig, na wat onderhandelingen door Dick, konden we dat snel achter ons laten.
Onderweg naar de ELWA compound in Monrovia, viel ons het drukke en chaotische verkeer op en dat terwijl het al zo laat was. Overal mensen en stalletjes met koopwaar langs de weg. De hoofdwegen vielen ons niet tegen, alhoewel het steeds erg alert blijven is vanwege de gaten in de weg. Zodra je van de hoofdwegen afgaat, is het niet meer te doen met een ‘gewone’ auto en ben je echt aangewezen op een 4 x 4.
Wij hadden geluk dat het in die week vrij ‘koel’ was voor Liberiaanse begrippen, maar de luchtvochtigheid blijft wel zo hoog dat er binnen altijd een ventilator en/of airconditioner aanstaat.
De zondag dat we daar waren, zijn we mee geweest naar een kerk waar Dick en zijn gezin een plekje hebben gevonden. Veel zang en muziek, maar ook een boodschap met inhoud: we zijn hier niet alleen op aarde om de Goddelijke boodschap te ontvangen en te consumeren, maar ook om er mee aan de slag te gaan en het door te geven.

De ‘MAF’-huizen op de compound zien er keurig uit en de tuinen worden goed onderhouden. Wij hadden de luxe om een week een ‘MAF’-huis voor onszelf te hebben, de lunch en het diner bij Dick en Mardine te kunnen gebruiken en dagelijks kwamen de kinderen ons roepen voor de koffie. Zee en strand zijn maar een paar minuutjes lopen van het huis. We zijn een paar keer met de kinderen het strand op geweest en dan komen de verhalen los. Door dat handje geven en de knuffels kruipen ze in je hart.



We zijn in een paar winkels geweest en die zagen er aardig westers uit. Verder wordt er veel in stalletjes langs de weg verkocht en Mardine weet al aardig haar mannetje/vrouwtje te vinden waar ze haar producten koopt.
Om in het verkeer mee te rijden vergde van ons nog wel kromme tenen. Ze ‘vliegen’ links, rechts, voor, achter langs je heen. Volgens Dick en Mardine went het wel en na 4 maanden zou je het kunnen zien zitten om zelf te rijden.
Uit eten gaan behoort zelfs tot de mogelijkheid en als afscheidsdiner zijn we met Dick en Mardine in een hotel gaan eten. Om er te komen vroeg weer de nodige stuurmanskunst, maar het hotel zag er zelfs chique uit. Het eten was ook van goede kwaliteit.
Wat ons verder opviel is, dat de meeste Liberianen een sombere uitdrukking op hun gezicht hebben. Je ziet er niet veel lachen. Mogelijk door hun moeilijke levensomstandigheden, want de werkloosheid is hoog en de meesten wonen toch maar in een armoedig hutje.



Wat je ook veel ziet zijn half afgebouwde huizen/gebouwen die in verval geraakt zijn. Waarschijnlijk de kosten niet goed overrekend?
Dick heeft ons ook een inkijkje van zijn werk op het vliegveld gegeven. Het ziet er allemaal netjes en schoon uit, maar echt contact met zijn collega’s hebben we niet gehad. Dick z’n werk is zéker zinvol als je dan hoort hoe de productiviteit terug liep, toen hij in Nederland was. Jammer dat er niet gevlogen kon worden vanwege onderhoud aan de vliegtuigen en allerlei wet- en regelgeving waar de overheid daar goed in is…




Al met al een bijzondere ervaring om een week met de familie Schenkeveld op te trekken en de gesprekken die we ‘s avonds met ze hadden.
Reden genoeg om dagelijks voor hen als gezin om bescherming en positieve energie te bidden én voor de bevolking van Liberia die het in veel opzichten zoveel minder hebben dan wij als rijke westerlingen.
